Ook mijn tweede week zit erop.
Volgens planning is het een kopie van de eerste. Rustig aan, wat (bezigheids)therapieën, ontspanning en nog zo wat. Ik verveel me geen moment. Gelukkig heb ik weer de zin en concentratie om iedere dag wat te puzzelen en weer meer te lezen.

In vorige columns heb ik verteld waarom ik hier in de kliniek zit.
Dezer dagen stelt iemand mij op Facebook bij een totaal ander item plompverloren de vraag of hier ook alcohol geschonken mag worden. Komt volgens eigen zeggen zo maar toevallig bij haar op. Zo’n vraag mag je gerust stellen maar dat betekent niet dat ik ook altijd antwoord geef. Is het oprechte belangstelling, pure nieuwsgierigheid? Zou zo iemand denken dat ik verslaafd ben aan alcohol of drugs en dat ik in een afkickkliniek zit? Degenen die mij wat langer kennen weten wel beter.

Laat ik het simpel houden. Als iemand mij vraagt of ik alcohol drink, is mijn antwoord steevast: Nee, ik ben geen achttien. Duidelijk? Of in de kliniek alcohol beschikbaar is, vind ik totaal niet interessant. Wil je iets persoonlijks weten wat ik niet in mijn columns schrijf, vraag mij dat dan via een DM of stuur even een mailtje. Mijn TL op Facebook vind ik daar niet echt voor geschikt. Ik heb die vraag inmiddels verwijderd.

Dezer dagen ben ik tegen een paar stevige grenzen -lees: beperkingen- aangelopen. Mentaal kan ik heel wat hebben, fysiek is een ander verhaal.
Ik ben een trouw deelnemer aan het onderdeel fitness, drie keer per week. Een conditie van nul komma niks dus enige activiteit op dat vlak is wel geboden. Enkele groepsleden vinden altijd wel een reden om maar niet daaraan te hoeven meedoen. Serieus of een smoesje, geen zin en zo. Toevallig ben ikzelf niet zo gebakken. We hebben onder begeleiding een mooie zaal tot onze beschikking, loopbanden, hometrainers en ik weet niet wat voor andere toestellen.

Na de loopband ga ik badmintonnen. Vroeger altijd veel gedaan maar ik raak nu amper meer de shuttle. Totaal geen controle en richtinggevoel meer in mijn rechterarm en -hand. Dan maar links; gaat af en toe redelijk maar bepaald niet koersvast. Het geloop van en naar het net, dan weer links en dan weer rechts breekt mij binnen tien minuten al op. Het gaat gewoon niet meer. Allemaal nog een waarschijnlijk blijvend gevolg van botbreuken twee jaar geleden.
Dan maar tafeltennis, ook altijd veel gedaan. Zelfde verhaal, dus links. Gaat boven verwachting goed, het loopwerk is een stuk minder en ik speel weer een kwartiertje. Daarna weer de loopband en zo iedere keer de lat een beetje hoger. Ik heb tijd en geduld; de rest is een kwestie van discipline.

Onwillekeurig dwalen dezer dagen mijn gedachten terug naar de arts met wie ik voor mijn opname gesprekken heb gevoerd.
Tijdens het eerste gesprek word ik uitgebreid lichamelijk onderzocht. Alles kits. We praten ook over mijn depressie. Ik vertel dat ik graag schrijf en dan zegt ie: Als je depressief bent, kun je niet schrijven. Ik zeg ‘m dat ik dat de meest stompzinnige opmerking vind die ik ooit gehoord heb. Na nog wat geneuzel zeg ik dat ik het wel genoeg vind en ik vertrek.

De volgende dag belt hij op en zegt dat hij nog eens met me wil praten. Doe ik.
Zijn eerste vraag: Wat vond je van het gesprek gisteren? Ik vertel ‘m letterlijk dat ik wegging met de gedachte: Wat een lul! Ik hoop niet dat ik die vent nog eens tegenkom. Hij waardeert het dat ik zo open ben en zegt zich te laat te hebben gerealiseerd dat ik drie jaar geleden ook nog een hersenbloeding (CVA) heb gehad. Daarover wil hij praten in relatie tot mijn depressie.
Daarna hebben we een heel fijn, diepgaand gesprek waarin hij zich echt de vakman toont. Hij legt verbanden die ikzelf nooit heb ontdekt. Laat mij zien dat er wel degelijk een relatie is tussen die CVA en bepaalde gedragingen en de manier waarop ik mijn depressie ervaar. Zelf heb ik steeds gezegd dat ik gelukkig niks eraan heb overgehouden.
Hij raakt heel gevoelige snaren en dan komen de tranen. Bij mij, niet bij hem. Eindelijk na jaren iemand die mij echt begrijpt. Ik vertel dat ik op eenzelfde manier inhoud wil gaan geven aan het echte traject dat nog komen gaat. Juist op dat punt wil ik ondersteuning. Is hem helemaal duidelijk.
Na ruim twee uur praten een warme handdruk, hartelijk en welgemeend. Blij dat ik hem als arts heb.

Volgende week wordt trouwens nog hetzelfde als tot nu toe.
Heb ik zelf om gevraagd.

 

Meer columns van Rob van Spanje? Lees zijn bundel Vis op vrijdag!
[bol_product_links block_id=”bol_56fec0b761913_selected-products” products=”9200000039366285″ name=”Vis op vrijdag” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”CC3300″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”D2D2D2″ width=”250″ cols=”1″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”1″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]

written by

6 reacties op Week 2 in de kliniek

  1. Hoi Rob,

    Wat fijn dat je arts een relatie legt tussen die CVA en bepaalde gedragingen en de manier waarop jij je depressie ervaart. Dat geeft inderdaad erkenning en het belangrijkste: het is duidelijk waar je depressie vandaan komt en wat er aangedaan kan worden. Hoe hiermee om te gaan.
    Dat is een heel goed begin!

    Laat die tranen maar komen kunnen alleen maar opluchting geven.

    Begrip en erkenning zijn zo belangrijk voor je herstel!

    Fijn weekend en lieve groetjes,

    Mieke

      • Helemaal mee eens Rob! En ik zou willen aanvullen:En het laat ons voelen wat we niet kunnen, willen of durven voelen.
        Het schept ruimte in lichaam en geest en zorgt ervoor dat we loskomen van alles wat ons pijn doet. waardoor er weer nieuwe mogelijkheden ontstaan.

  2. Nu ik dit lees heb ik eindelijk een duidelijk antwoord in mijn “kop”als iemand mij vraagt hoe gaat het met je?(CVA in 2010) Zei ook altijd , goed!!!, heb er niks aan overgehouden maar in je hoofd kunnen ze niet kijken en wil ik ze ook helemaal niet vertellen want dan stel je je aan!!!!Rob heel veel sterkte en Chapeau dat je “alles”zo openlijk vertelt, ik leer er veel van!!! s6 Rob , lieve groetjes Marjo.

  3. Hoi Marjo. Herkenbaar, dacht ik ook. Wel gewoon vertellen, zeker tegen een arts. Ik had een lot uit de loterij won met juist deze arts een lot uit de loterij. Word ik alleen maar beter van. Groetjes

Laat een antwoord achter aan Marjo Grouwels-Neven Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.