Zo, het eerste week werken zit er weer op. Het was even inkomen en ook weer even mijn grenzen aftasten. Ik merkte dat mijn energie toch nog best snel op raakte. Maar minder snel dan voor de vakantie. Wel had ik weer wat meer pijn. Ik denk dat het door de weer komt en weer van lekker niets doen tot actief. Maar toch heb ik weer heerlijk genoten op het werk. Het was fijn om iedereen weer te zien. Lekker weer mopperen op de kinderen of juist lekker complimenten geven. Het is altijd zoeken naar de juiste balans, wanneer ga je mopperen en wanneer geef je complimenten.
Ik werd voor de vakantie geobserveerd. Een van de punten die hierdoor naar voren kwam was dat ik goed in staat was gerichte complimenten te geven. Ja, ik ga niet zomaar complimenten geven. Als ik weet dat een leerling het moeilijk vindt om 5 minuten stil te zitten en zelfstandig te werken, dan geef ik een complimentje als dat gelukt is. Een ander punt was, ik zeg “goed is goed” of “fout is fout”. Dat houdt in dat ik gewoon zeg wanneer het antwoord fout of goed is. Ik ga niet zeggen, tja je zat in de buurt. Nee, het antwoord was gewoon fout. Klaar! Ik ben altijd wel vrij direct en ja, soms mag het iets minder direct zijn. Maar ik ga er niet om heen draaien als het antwoord fout is. Alleen ligt het wel per leerling aan hoe ik de boodschap overbreng. Soms zeg ik, kijk nog eens goed. Dat weten ze dat het antwoord fout is. Bij een andere leerling zeg ik gewoon, “Het is niet goed” of “Het is fout”. Maar ik ga niet zeggen, tja… je zat in de buurt of nog eentje erbij dan heb je het goede antwoord. Dus ik ga geen complimenten geven als ze fout hebben. Ik geef wel complimenten als ze goed hebben gewerkt ondanks de fouten. Dus complimenten op het gedrag, de werkhouding en dergelijke. Maken ze veel fouten omdat ze simpelweg geen goede werkhouding hebben, dan confronteer ik ze daarmee en laat ze nadenken hoe dat komt. Dan bespreken we hoe het anders kan.
Ik heb ook wat dingen opgezocht over hoe en wat wij kunnen doen om de leerlingen hun werkhouding/gedrag te laten veranderen. Ik had wat gevonden en gelukkig vonden de leerkrachten dat een goed idee. Dus dat gaan we als het goed is volgende week invoeren.
Maar natuurlijk heb ik ook zelf doelen waar ik aan kan werken. Want door de observatie heb ik kansrijke punten ontvangen, dus punten waar ik aan kan werken. Een van de punten was, meer open vragen stellen. Toen ik daar op ging letten, bedacht ik me, tjeetje wat is dat lastig!!! Dus een goed doel om aan te werken. Want niet alleen de kinderen blijven leren en ontwikkelen, ook wij volwassenen blijven leren en ontwikkelen.
